PROTOCOL 2 (Economische oorlogen)
1. Voor onze doeleinde moet het tot elke prijs vermeden worden, dat door oorlogen land wordt gewonnen; iedere oorlog wordt dus op het economisch terrein overgebracht en de volkeren zullen de macht van onze overheersing erkennen. Deze stand van zaken levert de tegenstanders uit aan onze internationale vertegenwoordigers, die over miljoenen ogen beschikken, welke door geen landsgrenzen worden tegengehouden. Dan zal ons internationaal recht het nationale recht terzijde stellen en de volkeren net zo beheersen als het burgerlijk recht in de verschillende staten de betrekkingen tussen de onderdanen onderling regelt.
2. De ambtenaren, die wij met inachtneming van hun geschiktheid tot slaafse gehoorzaamheid – zullen uitzoeken, moeten van de hogere staatskunst niets begrijpen. Op deze wijze zullen ze gemakkelijk tot pionnen in ons schaakspel kunnen worden gemaakt en zullen ze geheel afhankelijk zijn van onze wijze en geniale raadgevers, die van jongs af aan werden opgevoed om de hele wereld te regeren. zoals U inmiddels weet, hebben deze vakmensen van ons de kennis van de regeerkunst geput uit onze politieke plannen, uit de lessen van de geschiedenis en uit de studie van alle opmerkenswaardige gebeurtenissen. De volkeren trekken uit de historie geen praktisch nut, maar zij laten zich leiden door de zuivere theoretische kennis, die zij zich eigen hebben gemaakt en die niet werkelijk tot resultaten kan leiden. Wij behoeven ons om degenen die niet tot onze gelederen behoren niet te bekommeren. Laten zij nog maar een tijdje voortleven in de hoop op een nieuwe toekomst of in de herinnering aan de vergane glorie. Laten zij zichzelf maar wijs maken, dat het geloof aan de theoretische wetten, dat wij hun ingepompt hebben, van de grootste betekenis is. Tot dit doel versterken wij ononderbroken door middel van onze pers het blinde vertrouwen in deze wetten. De intellectuelen zullen trots op hun kennis zijn en haar net zoo toepassen als onze vertegenwoordigers hun wijs maken, met de bedoeling hun geest te leiden in de richting. Die voor ons noodzakelijk is.
3. Gelooft U maar niet, dat onze beweringen slechts holle frasen zijn. Kijkt U maar eens naar het succes, die Darwin, Marx en Nietzsche ons opgeleverd hebben. De ontbindende invloed van deze leerstellingen moeten ons tenminste duidelijk zijn.
4. Het is voor ons noodzakelijk om met de ideeën. karakters en de moderne geestesrichtingen van de volkeren rekening te houden teneinde noch in de politiek noch in de regering fouten te begaan. Ons systeem, zal aangepast moeten worden aan de geaardheid van de verschillende volkeren, waarmee wij in aanraking komen, dan alleen zal het succes hebben, als de praktische toepassing uitgaat van de resultaten, die uit het verleden en tevens uit het heden voortkomen.
5. In de hedendaagse staten is de pers een grote macht waarmee men de openbare mening beheerst. Haar taak is het, te wijzen op de zogenaamde noodzakelijke eisen, en bekendheid te geven aan de klachten van het volk, om ontevredenheid op te wekken en tot uitdrukking te brengen.
6. De pers belichaamt de zogenaamde vrijheid. Maar de staten hebben er geen kans toe gezien zich deze macht ten nutte te maken en dus is zij in onze handen gevallen. Door de pers verwierven wij onzen invloed. maar bleven daarbij toch op de achtergrond.
7. Dank zij de pers hebben wij in onze handen het goud opgehoopt, ofschoon ons dit stromen van bloed en tranen in onze gelederen kostte. Ieder offer van onzen kant weegt voor god (satan) echter even zwaar als duizenden offers van de overige mensheid.
PROTOCOL 3 (Overwinningsmethode)
1. Ik kan U verzekeren, dat wij thans nog maar weinige schreden van ons doel zijn verwijderd. Nog maar een korte tijd en de cirkel van de symbolische slang, die het zinnebeeld van ons volk is, zal gesloten zijn. En zodra de cirkel zich sluit, zullen alle staten van Europa daarin als in een bankschroef geklemd zijn.
2. Spoedig zal de weegschaal van de grondwettelijke instellingen uit haar evenwicht geraken want wij zullen haar ononderbroken uit haar evenwicht brengen, net zoo lang tot de balans van de weegschaal versleten is. De overheden dachten, dat ze die stevig genoeg hadden geconstrueerd en wachtten altijd tot de weegschaal weer in evenwicht zal komen. Maar de draagbalken van de steiger, deze regerende personen, worden door hun ambtenaren gehinderd, terwijl dezen zich door hun onbeperkte en onverantwoordelijke macht tot domheden laten meeslepen. Deze macht hebben zij te danken aan de terreur, die in de paleizen heerste. Daar de vorsten niet meer onmiddellijk met hun volk in verbinding staan; kunnen zij het ook geen opheldering meer geven of zich beschermen tegenover hen, die naar de macht hongeren. Zodra wij de scherpzinnige macht van de vorsten en de blinde macht van het volk van elkaar gescheiden hebben, hebben zij iedere betekenis verloren, want eenmaal gescheiden, zijn zij even machteloos als de blinde zonder stok.
3. Om de eerzuchtigen tot misbruik van hun macht te verleiden, hebben wij alle krachten tegen elkaar opgezet, terwijl wij hun liberaal streven in de richting van de onafhankelijkheid voerde. Tot dit doel hebben wij tot iedere onderneming aangespoord, hebben wij alle partijen van wapens voorzien, hebben wij de heersende macht tot mikpunt van alle eerzucht gemaakt. Wij hebben van de staten arena’s voor hun partijstrijd gemaakt. Nog korten tijd slechts en wanorde en ineenstorting zullen overal haar intrede doen.
4. Onvermoeibare kletsers hebben zitting in de volksvertegenwoordigingen en die in toernooien van redenaars veranderd. Brutale journalisten en onbeschaamde schrijvers van smaadschriftenvallen doorlopend de regeringsambtenaren aan. Het misbruik van macht leidt tenslotte tot ineenstorting van de grondwettelijke instellingen en onder de slagen van de razend geworden massa stort alles tot puinhopen ineen.
5. De volkeren zijn door de armoede veel vaster aan de harde arbeid geketend dan eens door slavernij en lijfeigenschap. Hiervan konden zij zich op de een of andere manier van bevrijden, maar van de ellende kan men zich niet losmaken. De rechten; die wij in de staatsregelingen hebben opgenomen, zijn voor de massa slechts schijnbare rechten, geen reële. Alle zogenaamde rechten van het volk leven slechts in het rijk van de fantasie; in de praktijk worden zij nooit verwerkelijkt. Wat kan het de over zijn werk gebogen, door zijn lot neergedrukte proletariër baten, als kletsers het recht hebben te spreken, als journalisten het recht hebben om naast ernstige dingen ook allen mogelijke onzin neer te schrijven? Wat betekent voor het volk een grondwet, waarvan het geen andere voordelen heeft dan de kruimels die wij hen over de tafel toewerpen opdat men op onze vertegenwoordigers stemt? De republikeinse rechten zijn voor de arbeider een bittere hoon, daar de dwang van de dagelijkse arbeid hem verhindert, om er van te genieten en ze beroven hem alleen maar van de zekerheid op een vast loon, afhankelijk als dit is van de werkstakingen van de ondernemers en de kameraden.
6. Onder onze leiding werd de adel verwoest, die de natuurlijke beschermer en de voedster van het volk was en wiens belangen onafscheidelijk met de welvaart van het volk waren verbonden. Nadat tegenwoordig de voorrechten van de adel te niet zijn gedaan, is het volk onder het juk van rijk geworden woekeraars en parvenu’s gekomen, die hen onbarmhartig onderdrukken.
7. Wij zullen de arbeider lijken als de bevrijders uit zijn onderdrukking, terwijl wij hem uitnodigen, toe te trede tot onze legers van socialisten, anarchisten en communisten. Deze groepen helpen wij steeds voort, waarbij wij de schijn aannemen dat wij hen willen helpen uit een gevoel van broederschap en humaniteit, met deze door onze socialistische vrijmetselarij verkondigde principes.
8. De adel, die volgens wettelijk recht de arbeidskracht van de arbeiders opeiste, had er belang bij dat de arbeiders goed gevoed, gezond en krachtig waren. Ons belang vergt daarentegen de verslechtering van de toestand der arbeiders.
9. Onze macht berust op de voortdurende honger en zwakte van de arbeider, omdat hij daardoor aan onzen wil wordt onderworpen en noch kracht noch energie zal hebben om zich tegen onzen wil te verzetten. De honger verleent aan het kapitaal meer rechten over de arbeider dan destijds de wettelijke macht van de koningen aan de adel kon verlenen. Door nood, afgunst en haat zullen wij de massa’s leiden en ons van haar handen bedienen om alles te vermorzelen wat zich tegen onze plannen verweert.
10. Zodra het ogenblik van de kroning van onzen wereldvorst (antichrist?) gekomen zal zijn, zullen diezelfde handen alles wegvagen wat ons nog in de weg staat.
11. De volkeren hebben het verleerd, zonder onze wetenschappelijke raadgevingen te denken. Daarom zien zij de betekenis niet in van bepaalde dingen, die wij, ons voorbehouden tot het ogenblik, waarop ons uur gekomen zal zijn: dat namelijk al op de lagere scholen de enige ware wetenschap moet worden onderwezen, de wetenschap van de socialen opbouw van de staat en van de plaats van de mens in de maatschappij, welke wetenschap de arbeidsverdeling en bijgevolg de onderscheiding van de mensen naar stand en beroep bevordert. Iedereen moet onvoorwaardelijk weten, dat er ingevolge de veelsoortige werkzaamheid van de mensen, er geen gelijkheid is, dat de mensen voor de wet niet in gelijke mate verantwoordelijk kunnen zijn, dat de verantwoordelijkheid van hem, die door zijn handelingen een hele klasse benadeelt, niet dezelfde kan zijn als de verantwoordelijkheid van hem, die door een misdaad alleen zijn eigen eer kwetst.
12. De ware wetenschap van de maatschappelijke opbouw, in welke geheimen wij anderen niet zullen inwijden, zal bewijzen, dat de verschillende werkzaamheden tot een bepaalde kring beperkt moeten blijven opdat uit de wanverhouding tussen opvoeding en arbeid geen onverdraaglijke onbillijkheid zal ontstaat. In de erkenning van deze leer zullen de volkeren zich vrijwillig onderwerpen aan de regerende macht en de door haar ingestelde sociale staatsorde. Bij de huidige stand der wetenschap en bij de richting, die wij haar gegeven hebben, gelooft het volk blindelings in alles wat gedrukt is en vertrouwt men de volk-misleiders, waarmee wij hen dankzij hun onwetendheid opgescheept hebben en staat het vijandig tegenover die klassen, die het voor hoger aanziet, terwijl het de betekenis van de afzonderlijke roeping niet begrijpt.
13. Deze haat zal nog toenemen door de economische crisis, waardoor het beurshandel, de industrie en het bedrijf ten slotte lam gelegd wordt. Met behulp van het goud, dat geheel in onze handen is, zullen wij met alle verborgen middelen een algemene economische crisis in het leven roepen en hele legers arbeiders in alle landen van Europa gelijktijdig op de straat gooien. Deze massa’s zullen zich dan bloeddorstig storten op hen, die ze in hun eenvoud van jongs af aan benijden en die ze dan eindelijk van hun eigendom kunnen beroven.
14. Ons zal men geen kwaad doen, omdat ons het ogenblik van de aanval bekend zal zijn en wij maatregelen getroffen zullen hebben om de onzen te beschermen.
15. We hebben bewezen dat de vooruitgang alle volkeren aan het rijk van het verstand zal onderwerpen. Zo zal onze heerschappij zijn: zij zal met rechtvaardige gestrengheid alle oproer onderdrukken en alle liberale opvattingen uit de regelingen van het staatkundig leven verdringen.
16. Toen het volk zag, dat men het in naam van de vrijheid de meest verschillende rechten en concessies gaf, verbeeldde het zich de baas te zijn en trok de macht tot zich. Natuurlijk stootte het, zoals iedere blinde, op onoverkomelijke hindernissen. Het ging op zoek naar een leider en daar het niet meer tot het vroegere bewind wilde terugkeren, legde het zijn macht voor onze voeten neer. Herinnert U zich maar de Franse Revolutie, welke wij de naam van ‘de grote’ gegeven hebben. De geheimen van haar voorbereiding zijn ons welbekend, want zij was het werk van onze handen. Sinds dat ogenblik hebben wij de volkeren van de ene ontgoocheling in de andere geleid, opdat zij zich van ons zouden afwenden en hun toevlucht zouden zoeken bij de koning die wij voor de wereld gereed houden.
17. Tegenwoordig zijn wij als internationale macht onkwetsbaar, want zodra men ons in een staat aanpakt, ondersteunen de andere staten ons.
18. De onuitputtelijke gemeenheid van de volkeren werkt onze onafhankelijkheid in de hand, zij het dan ook, dat de volkeren voor het geweld op de knieën kruipen maar bij zwakheden en fouten onverbiddelijk en bij misdaden toegeeflijk zijn, zij het dan ook, dat zij de tegenstrijdigheden van de vrijheid niet willen aannemen, zij het dan ook, dat zij tegenover de gewelddadigheid van een onverschrokken despoot gedwee zijn tot het martelaarschap toe. Zij verdragen van hun tegenwoordige vorsten en ministers alle misbruiken, voor de kleinste waarvan zij twintig koningen onthoofd zouden hebben.
19. Hoe kan men dit verschijnsel verklaren, deze inconsequente gedragslijn van de massa’s tegenover schijnbaar gelijksoortige gebeurtenissen? Het kan verklaard worden uit het feit, dat deze dictators het volk door hun vertegenwoordigers laten influisteren, dat, indien zij niettegenstaande de staat schade toebrengen, dit geschiedt om een hoger doel na te jagen, namelijk voor het welzijn van het volk, ten gunste van de broederschap, eensgezindheid en gelijkheid. Het spreekt vanzelf, dat, men het volk niet vertelt. dat deze samenvoeging tot één grote eenheid zich pas onder onze heerschappij zal voltrekken. En zo zien we hoe het volk de rechtvaardige veroordeelt en de schuldige vrijspreekt, terwijl het zich inpraat, dat het alles mag doen wat het belieft. Onder zulke omstandigheden verwoest het volk iedere stabiliteit en verwekt het bij iedere stap een wanorde.
20. Het woord vrijheid brengt de menselijke samenleving in strijd met alle machten, zelfs met de natuur en met God. Daarom zullen wij, als wij de heerschappij veroverd hebben, dit woord in het woordenboek van de mensheid doorhalen, omdat dit het symbool is van het dierlijke geweld, dat de mensen in wilde beesten verandert. Maar in ieder geval: deze dieren slapen in, zodra zij door het bloed verzadigd zijn en dan laten ze zich gemakkelijk boeien. Wanneer men hun echter geen bloed geeft, slapen ze niet in en zullen ze vechten.
PROTOCOL 4 (Materialisme vervangt Religie)