8 & 9 – Provisionele regering – heropvoeding

PROTOCOL 8 & 9 (Provisionele regering / heropvoeding)

1. Wij moeten ons meester maken van alle strijdmiddelen. waarvan onze tegenstanders zich zouden kunnen bedienen. We moeten onze toevlucht nemen tot juridische spitsvondigheden en vernuftige interpretaties in alle gevallen, waarin we beslissingen zullen nemen, want het is van belang een besluit in zulke bewoordingen in te kleden, dat het zich voordoet als uiting van de verhevenste grondslagen van moraal en van het recht.

2. Onze regering moet zich omgeven met alle machtsmiddelen der beschaving in welker midden zij zal werken. Zij zal publicisten, ervaren rechtsgeleerde, regeringspersonen en diplomaten tot zich trekken en ten slotte mannen, die op onze vakscholen een afzonderlijk voorbereid hoger onderwijs hebben genoten.

3. Deze mannen zullen alle geheimen van het dagelijks leven kennen en de politieke zinswendingen van alle talen begrijpen en zij zullen vertrouwd zijn niet het diepere wezen van de menselijke natuur en haar gevoeligste snaren, die zij zullen moeten bespelen. Tot deze snaren behoren de geestesrichting van de mensen, hun goede en slechte eigenschappen, hun ijver en hun ondeugden en de bijzonderheden van de afzonderlijke standen en beroepen.

4. Het spreekt vanzelf, dat deze krachtige medewerkers van onze regering niet gehaald moet worden uit de niet-ingewijde kringen, die gewend zijn hun regering te verrichten zonder zich om het nut hiervan te bekommeren. De ambtenaren tekenen zonder te lezen; ze doen hun dienst ter wille van eigen voordeel of uit persoonlijke eerzucht.

5. We zullen onze regering met een hele wereld van economen omgeven. Dit is de reden, dat de economie het belangrijkste onderwijs binnen onze kringen is. We zullen verder omringd zijn door een zwerm vakmensen uit de bankwereld, industriëlen en kapitalisten, in het bijzonder echter door miljonairs omdat uiteindelijk alles door cijfers beslist wordt.

6. Zolang het nog gevaarlijk zou zijn om verantwoordelijk functies in onze staten aan onze geïllumineerde broeders toe te wijzen zullen wij deze toevertrouwen aan mensen, wier verleden en karakter zodanig zijn, dat tussen hen en het volk een afgrond gaapt; mensen, die in geval van overtreding van onze voorschriften hun veroordeling of verbanning tegemoet kunnen zien: dit om te bereiken, dat zij zich gedwongen voelen onze belangen tot aan de laatsten ademtocht te verdedigen.

PROTOCOL, 9 (Heropvoeding)

1. Bij de toepassing van onze beginselen moet U het karakter van het volk in aanmerking nemen, in wiens midden U zich bevindt en werkt. Een algemene, uniforme toepassing van deze beginselen kan geen succes hebben, zolang wij de volksopvoeding niet hebben omgevormd. Gaan we echter met haar toepassing voorzichtig te werk dan zult U zien, dat er geen tien jaar nodig zijn om zelfs het koppigste karakter te veranderen zullen dan één volk meer tellen onder hen, die zich al aan ons onderworpen hebben.

2. Zodra onze heerschappij tot stand gekomen zal zijn, zullen we onzen liberalen strijdkreet “vrijheid, gelijkheid en broederschap‚” door een anderen strijdkreet vervangen, maar door woorden, die alleen maar een idee uitdrukken. We zullen zeggen: “het recht op vrijheid het recht op gelijkheid en het recht op broederschap!” Daarmee zullen we de koe bij de horens pakken.

3. Feitelijk hebben wij alle regeringen al verwoest al zijn er vele wettelijk nog aanwezig. Wanneer tegenwoordig de een of andere staat, welke ook, tegen ons optreedt, dan gebeurt dit slechts op formele gronde, maar niet ons volle medeweten, ja zelfs met onze volle instemming.

4. Feitelijk zijn er voor ons geen hinderpalen meer. Onze opperste regering bevindt zich in een buitenwettelijke positie, die men gevoeglijk met het machtige en energieke woord “dictatuur” bestempelen kan. Ik kan met een gerust geweten beweren, dat wij tegenwoordig reeds de wetgevers zijn, wij recht spreken, wij vellen doodvonnissen en begenadigen, wij zitten als legeraanvoerders hoog te paard.

5. Wij zullen met vaste hand regeren, want in onze handen bevinden zich de puinhopen van een eens zo machtige partij, die thans aan ons is onderworpen. We bezitten onbegrensde eerzucht, brandende hebzucht, onverbiddelijke wraakzucht en diepe haat: Van ons gaat een alles verslindende terreur uit.

6. In onzen dienst staan mannen van alle denkrichtingen en leerstellingen. Mannen, die de monarchie weer willen invoeren, demagogen, socialisten, communisten en alle soorten van utopisten. Wij hebben hen allen voor ons wagentje gespannen. Ieder van hen ondermijnt van zijn plaats af de laatste puinhopen van de vroegere macht en probeert de bestaande rechtsorde omver te werpen. Alle staten lijden onder zulke kuiperijen, zij roepen om rust, zij zijn bereid voor de vrede alles op te offeren. Wij echter zullen hun de vrede niet schenken alvorens zij onze opperheerschappij openlijk en volkomen zullen hebben erkend.

7. Het volk zal kreunen en de oplossing van de sociale vraagstukken langs de weg van een internationale overeenkomst verlangen. De versplintering in partijen heeft ons deze in handen gespeeld, want om een partijstrijd te steunen is er geld nodig en dit is alleen in ons bezit.

8. Wij zoude kunnen vrezen dat de regeringen zich met de blinde macht van het volk zou kunnen verbinden, maar wij hebben alle noodzakelijke maatregelen tegen zulk een mogelijkheid getroffen; tussen deze twee krachten hebben we een muur opgericht en wel in de gestalte van de terreur, die we beide om beurten uitoefenen.

9. Op deze manier blijft de blinde macht van het volk zo onze steun. Alleen wij zullen leider zijn en het naar ons doel leiden.

10. Opdat de hand van deze blinde zich niet uit onze omklemming zal bevrijden, moeten wij van tijd tot tijd met het volk in verbinding treden, zo al niet persoonlijk, dan toch door bemiddeling van onze trouwste landen. Zodra onze heerschappij erkend is, zullen wij op de openbare pleinen met het volk praten en het in politieke vraagstukken onderwijzen in die zin, die ons bevorderlijk toeschijnt. Wie zou kunnen nagaan wat er in de dorpsscholen onderwezen wordt? Wat echter de vertegenwoordigers der regeringen of de vorst zelf het volk zullen zeggen, dat zal zonder mankeren direct in de hele staat bekend zijn, want het wordt door de stem van het volk gauw verbreid.

11. Om de instellingen van de mensen niet ontijdig te verwoesten pakten wij ze voorzichtig aan; we namen de afzonderlijke regeringstakken van het staatsmechanisme in bezit. Deze ambtsgebieden waren vroeger streng. maar billijk afgebakend. Wij echter vervingen haar door een organisatie van vrije willekeur. Zo veranderde de rechtspraak, het kiesrecht. De pers, de individuele vrijheid en in het bijzonder het opvoedingswezen als de hoeksteen van de vrijheid.

12 Wij hebben de jeugd wereldwijd versuft en bedorven, terwijl wij haar opvoedde volgens principes en theorieën die ons als vals bekend waren, maar die wij haar opzettelijk op het hart hebben gedrukt.

13. Over de bestaande wetten heen hebben we verrassende resultaten bereikt, terwijl wij ze zonder wezenlijke wijziging door tegenstrijdige interpretaties misvormden. We hebben ze langs de weg der interpretatie eerst verdraaid, daarna echter geheel vertroebeld, zo dat de regeringen in een dusdanig verwarde wetgeving geen weg meer weten Daaruit ontwikkelde zich de theorie van de rechtspraak volgens vrije beoordeling,

14. U zult tegenwerpen, dat men zich tegen ons gewapenderhand zal verzetten, als men ontijdig merkt waar het om gaat. Voor dit geval bezitten we zo’n verschrikkelijk middel, dat zelfs de dapperste daarvoor sidderen. Spoedig zullen in alle hoofdsteden metro’s zijn gebouwd. vandaar uit kunnen we alle steden met hun instellingen en documenten de lucht in doen vliegen.

PROTOCOL 10 (voorbereiding op macht)

Geef een antwoord

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.